Leven aan zee

Op het strand

 

Maak oefening 1 in je werkkatern op p. 1.

Maak de oefening eerst mondeling, daarna vul je in met de verbetersleutel.

 

Vogels op het strand

- Welke dieren vind je aan de kust?

- Welke planten zie je op het strand of in de duinen?

- Hoe komt het dat er weinig planten en dieren voorkomen?

 

Lees de tekst in je bronnenboek op p. 68.

- Wat is het verschil tussen steltlopers en zwemvogels?

 

Werken met de determinatietabel.

Neem in het midden van je werkkatern de determinatietabel van de zwemvogels en steltlopers. (p.1)

 

Het opzoekwerk begint bovenaan bij start.

Het antwoord is ja of nee.

Volg telkens de juiste weg.

Zo kom je bij de juiste vogel uit.

 

Klik op volgende.  Hier zie je foto's van vogels.  Je volgt de determinatietabel.

Zo vind je de juiste naam voor elke vogel. Volg de weg, Maak het je niet gemakkelijk door enkel naar de prenten te kijken.

 

Maak nu je opdrachten in de werkkatern.

Maak ze eerst mondeling.  Vul daarna in met de verbetersleutel

- p. 1 nr. 2

- p. 2 opdracht 2 en opdracht 3

 

Schelpen op het strand

De plaats tot waar het hoogtij komt vormt een strook van aangespoeld materiaal. Schelpen, krabben,... Alles kan je daar vinden.

 

- Wat doen jullie zoal met schelpen?

- Waar vinden jullie de meeste schelpen?

- Kennen jullie de namen van enkele schelpen?

- Wat is een schelp eigenlijk?

 

Lees de tekst Schelpen op het strand (bronnenboek p.68)

Maak oef. 3 in je werkkatern op p.2. Gebruik de determinatietabel (WK) .

Op de toontafel liggen schelpjes.

Probeer er eens enkele van te onderzoeken.